top of page

Dubbeldiagnoses bij autisme: een analyse van de overlap en complexiteit

Autismespectrumstoornissen (ASS) vertegenwoordigen een breed spectrum aan neurologische aandoeningen die invloed hebben op sociale interacties, communicatie, interesses en gedrag. Terwijl autisme op zichzelf al complex is en vaak diverse uitingen kent, hebben veel mensen met autisme ook te maken met andere psychische of lichamelijke aandoeningen. Dit wordt een "dubbeldiagnose" genoemd, wat betekent dat iemand naast autisme ook gediagnosticeerd wordt met een andere stoornis, zoals een angststoornis, ADHD, depressie of een andere psychiatrische of neurologische aandoening.


Deze dubbeldiagnoses kunnen de complexiteit van de aandoeningen versterken en hebben invloed op de ondersteuning, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. In dit artikel onderzoeken we wat dubbeldiagnoses bij autisme precies inhouden, hoe ze worden vastgesteld, wat de impact ervan is en welke ondersteuningsmethoden kunnen worden ingezet om mensen met een dubbeldiagnose optimaal te ondersteunen.


Dubbeldiagnoses bij autisme

Wat zijn dubbeldiagnoses?

Een dubbeldiagnose verwijst naar het gelijktijdig hebben van twee of meer aandoeningen of stoornissen. In de context van autisme betekent dit dat iemand naast ASS nog een andere diagnose krijgt. Enkele van de meest voorkomende co-morbide aandoeningen bij mensen met autisme zijn:


  • Angststoornissen: vaker aanwezig bij mensen met autisme. Angst kan variëren van sociale angst, waarbij interactie met anderen stressvol of verlammend kan zijn, tot gegeneraliseerde angststoornis, waarbij constante bezorgdheid aanwezig is.

  • Depressie: mensen met autisme hebben een verhoogd risico op depressie, vooral tijdens de adolescentie en volwassenheid. Dit kan voortkomen uit een gevoel van isolatie, frustratie door communicatieproblemen of een gevoel van anders zijn.

  • ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit): veel kinderen en volwassenen met autisme hebben ook symptomen van ADHD, zoals moeite met aandacht en concentratie, hyperactiviteit en impulsiviteit.

  • Obsessief-compulsieve stoornis (OCD): autisme en OCD hebben overlappende kenmerken, zoals repetitief gedrag en rigide routines. Bij mensen met een dubbeldiagnose van autisme en OCD kunnen deze obsessieve gedachten en dwangmatige handelingen nog intenser worden.

  • Leerstoornissen: veel mensen met autisme kunnen leerstoornissen hebben die hun cognitieve ontwikkeling of academische prestaties beïnvloeden.

  • Slaapproblemen: slaapstoornissen, zoals slapeloosheid, komen vaak voor bij mensen met autisme en kunnen hun algemeen welzijn sterk beïnvloeden.

  • Eetstoornissen: ook eetstoornissen, zoals selectief of dwangmatig eten, komen vaak voor bij mensen met autisme, wat kan leiden tot voedingsproblemen of andere gezondheidscomplicaties.


De complexiteit van dubbeldiagnoses bij autisme

Dubbeldiagnoses voegen een extra laag complexiteit toe aan de reeds ingewikkelde aard van autisme. Niet alleen presenteren symptomen zich anders bij elk individu, maar de overlappende symptomen tussen autisme en andere aandoeningen kunnen het diagnostische proces vertragen of verwarrend maken. Deze complexiteit ontstaat door:


  • Symptomenoverlapping: de symptomen van autisme overlappen vaak met die van andere aandoeningen. Bijvoorbeeld, sociale terugtrekking kan zowel een symptoom zijn van autisme als van depressie, en repetitief gedrag kan voorkomen bij zowel autisme als OCD. Dit maakt het lastig voor zorgverleners om een duidelijke scheiding te maken tussen autisme en een bijkomende stoornis, en het kan leiden tot onderdiagnostiek of verkeerde diagnoses.

  • Diagnostische vertraging: mensen met dubbeldiagnoses worden vaak later gediagnosticeerd. Bij kinderen wordt soms eerst een diagnose als ADHD gesteld, en pas later wordt ontdekt dat autisme de onderliggende oorzaak is. Dit komt doordat de symptomen van sommige aandoeningen pas in de loop van de tijd duidelijk worden, of omdat de aandacht van ouders en artsen eerst gericht is op het behandelen van de meest opvallende symptomen.

  • Uitdagingen bij behandeling: behandelingen die effectief zijn voor één diagnose, kunnen minder goed werken of zelfs schadelijk zijn voor een andere. Zo kan medicatie die wordt voorgeschreven voor ADHD-symptomen, zoals stimulantia, angstklachten bij mensen met autisme verergeren. Bovendien vereist het ontwikkelen van een behandelplan vaak de samenwerking van verschillende specialisten (zoals psychiaters, psychologen, therapeuten en coaches), wat extra coördinatie en communicatie vereist.

  • Impact op dagelijks functioneren: dubbeldiagnoses kunnen de symptomen van autisme verergeren en het dagelijks leven nog uitdagender maken. Iemand met zowel autisme als een angststoornis kan bijvoorbeeld extreme moeite hebben met nieuwe sociale situaties, wat kan leiden tot isolatie. Mensen met autisme en depressie kunnen meer moeite hebben met motivatie en zelfzorg, wat hun algemene welzijn beïnvloedt.


Ondersteuning bij autisme en dubbeldiagnoses

De ondersteuning bij autisme en dubbeldiagnoses vereist een geïntegreerde benadering die rekening houdt met zowel de unieke symptomen van autisme als de bijkomende aandoeningen. Hier zijn enkele benaderingen die vaak worden gebruikt:


  • Gedrags- en cognitieve therapieën: bij een dubbeldiagnose kan cognitieve gedragstherapie (CGT) worden ingezet om angst en depressie aan te pakken, waarbij individuen technieken leren om negatieve denkpatronen te herkennen en om te buigen.

  • Medicamenteuze behandeling: bij dubbeldiagnoses kan medicatie een belangrijke rol spelen. Het vinden van de juiste balans in medicatie, zodat het de symptomen van zowel autisme als de andere aandoeningen verlicht zonder bijwerkingen te veroorzaken, is echter een delicate taak die zorgvuldig moet worden gemonitord.

  • Sensorische integratietherapie: voor mensen met autisme die sensorische problemen ervaren (bijvoorbeeld overgevoeligheid voor geluiden of aanrakingen), kan sensorische integratietherapie helpen om hen te leren beter om te gaan met deze prikkels. Dit kan met name effectief zijn wanneer de sensorische gevoeligheden bijdragen aan bijkomende angstklachten.

  • Sociale vaardigheidstraining: veel mensen met autisme vinden sociale interacties lastig. Sociale vaardigheidstraining kan hen helpen om te leren omgaan met sociale situaties en om zelfvertrouwen op te bouwen, wat op zijn beurt angst en stress kan verminderen.

  • Ouder- en gezinsondersteuning: voor ouders en gezinnen van kinderen met dubbeldiagnoses is het belangrijk om educatie en ondersteuning te krijgen. Dit helpt hen om beter te begrijpen wat hun kind doormaakt en hen te voorzien van de vaardigheden om thuis een ondersteunende omgeving te creëren.


Het belang van vroege diagnose en interventie

Vroege interventie is essentieel voor kinderen met autisme en dubbeldiagnoses. Hoe eerder de diagnose wordt gesteld, hoe eerder er passende ondersteuning kan worden geboden, wat vaak leidt tot betere uitkomsten op lange termijn. Dit betekent dat ouders, leraren en artsen alert moeten zijn op vroege signalen van zowel autisme als andere psychische of medische aandoeningen.


Conclusie

Dubbeldiagnoses bij autisme zijn complex, maar met de juiste benadering en ondersteuning kunnen individuen met autisme en bijkomende aandoeningen een gezond, bevredigend leven leiden. Het is belangrijk dat zorgverleners, ouders en de samenleving als geheel zich bewust zijn van de uitdagingen die dubbeldiagnoses met zich meebrengen en zich inzetten voor het bieden van holistische, geïntegreerde zorg. Het op maat maken van ondersteuningsstrategieën, waarbij rekening wordt gehouden met de unieke combinatie van symptomen en behoeften van elke persoon, kan de sleutel zijn tot succes. Door het begrip en de aandacht voor dubbeldiagnoses te vergroten, kunnen we mensen met autisme beter ondersteunen in hun streven naar welzijn en inclusie in de maatschappij.

Comments


bottom of page