Keuzestress bij mensen met autisme: als kiezen overweldigend wordt
- rubencannaerts97
- 6 nov
- 5 minuten om te lezen
Iedere dag maken we tientallen, soms honderden keuzes. Van alledaagse dingen als wat we ontbijten, tot ingrijpende beslissingen over werk, relaties of wonen. Voor de meeste mensen verlopen die keuzes redelijk soepel. Er is een zekere intuïtie die helpt om te bepalen wat goed past. Maar voor veel mensen met autisme ligt dat anders. Een keuze maken kan aanvoelen als het betreden van een doolhof zonder plattegrond. Elk pad lijkt mogelijk, maar ook riskant. Er is angst om de verkeerde afslag te nemen, om iets te missen, om spijt te krijgen. Die spanning, dat gevoel van niet weten wat het juiste is, noemen we keuzestress. En bij mensen met autisme komt dat opvallend vaak en intens voor.

Waarom keuzes zoveel stress kunnen oproepen
Keuzestress ontstaat niet zomaar. Bij mensen met autisme spelen vaak meerdere factoren samen: cognitieve, emotionele én sensorische.
Grondig denken en detailgerichtheid
Mensen met autisme staan bekend om hun sterke analytische vermogen. Ze denken vaak diep na, nemen informatie nauwkeurig waar en willen begrijpen hoe dingen werken. Bij een keuze betekent dat: alle mogelijke opties, scenario’s en gevolgen worden uitvoerig overwogen. Wat voor anderen een snelle beslissing is (“Ik neem gewoon de blauwe jas”), wordt voor iemand met autisme een langdurig afwegingsproces (“Is blauw praktischer? Zie je daar minder snel vlekken op? Past het bij mijn andere kleding? Wat vinden anderen van blauw?”). Hoewel die grondigheid waardevol kan zijn, leidt het ook tot mentale overbelasting: te veel nadenken, te weinig voelen. Het denken blijft doorgaan tot het niet meer lukt om een knoop door te hakken.
Angst om fouten te maken
Veel mensen met autisme hebben een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Ze willen het graag “goed” doen, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Een verkeerde keuze voelt dan niet als een leerervaring, maar als falen. Die angst om fouten te maken kan verlammend werken: liever géén keuze maken dan een verkeerde. Hier speelt perfectionisme vaak een rol. “Wat als ik straks spijt krijg?” “Wat als iemand teleurgesteld is in mij?” “Wat als ik iets over het hoofd zie?”. De angst voor die mogelijke consequenties zorgt ervoor dat de keuze zelf uitgesteld of helemaal vermeden wordt. Dat noemen we ook wel keuzeverlamming.
Gebrek aan voorspelbaarheid en behoefte aan controle
Kiezen betekent meestal: iets loslaten. De zekerheid van wat bekend is, maakt plaats voor een nieuwe, onbekende situatie. En juist dat onbekende is voor veel mensen met autisme een bron van spanning. Autistische mensen hechten vaak aan structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Een keuze brengt verandering met zich mee en dus ook onzekerheid. Die onzekerheid voelt niet “gewoon spannend”, maar kan echt als bedreigend worden ervaren. Daarom wordt kiezen soms vermeden, of worden keuzes pas gemaakt nadat álle risico’s tot in de puntjes zijn onderzocht.
Moeite met het herkennen van gevoelens of voorkeuren
Sommige mensen met autisme hebben moeite om hun eigen gevoelens te herkennen of benoemen. Als je niet goed kunt voelen wat je wilt, wordt het extra lastig om te kiezen. Je kunt dan rationeel redeneren (“Deze optie is logisch”), maar alsnog niet aanvoelen welke keuze het beste bij je past. Daar komt bij dat veel mensen met autisme hun leven lang geleerd hebben om zich aan te passen aan verwachtingen van anderen. Ze kiezen dan niet wat hún voorkeur heeft, maar wat sociaal het meest gepast lijkt. Dat kan op korte termijn rust geven, maar op lange termijn zorgt het voor frustratie, vermoeidheid en een gevoel van vervreemding van jezelf.
Het effect van autisme en keuzestress op het dagelijks leven
Keuzestress kan op allerlei vlakken impact hebben. Soms gaat het om kleine dingen: eindeloos scrollen door een menukaart of kledingkast. Maar vaak ook om grote levensbeslissingen, zoals het kiezen van een opleiding, baan of woonvorm.
Het gevolg kan zijn:
Vermijdingsgedrag: uitstellen, ontwijken of anderen laten beslissen.
Overbelasting: piekeren, slecht slapen, prikkelgevoeligheid.
Twijfel achteraf: zelfs na een keuze blijft de onzekerheid (“Heb ik wel goed gekozen?”).
Beperkte autonomie: de angst om te kiezen kan maken dat iemand zich afhankelijk voelt van anderen, wat het zelfvertrouwen aantast.
Wat helpt bij het omgaan met keuzestress?
Gelukkig zijn er manieren om keuzes minder bedreigend en beter behapbaar te maken. Hieronder enkele strategieën die in coaching vaak goed werken.
Beperk het aantal opties
Een overvloed aan keuzes is voor iedereen belastend, maar bij autisme extra. Probeer dus te werken met maximaal twee of drie opties. Bijvoorbeeld: “Wil je pasta of rijst?” in plaats van “Wat wil je eten?”. Dat verkleint de kans op overprikkeling en maakt het overzichtelijker.
Gebruik visuele ondersteuning
Maak keuzes zichtbaar. Denk aan:
een lijstje met voor- en nadelen
pictogrammen of foto’s
een beslisboom of tijdlijn
Visuele hulpmiddelen helpen om informatie te ordenen en verminderen de belasting op het werkgeheugen. Zo blijft de keuze concreet en hanteerbaar.
Geef tijd en ruimte
Mensen met autisme hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken. Druk om snel te kiezen werkt averechts: het verhoogt de stress en maakt dat iemand in paniek kiest of juist helemaal blokkeert. Beter is: duidelijke grenzen stellen zonder haast. Bijvoorbeeld: “Je hoeft niet nu te beslissen. Denk er rustig over na, en laat me morgen weten wat je kiest.”
Maak de gevolgen voorspelbaar
Keuzes worden veiliger als de gevolgen duidelijk zijn. Je kunt samen verkennen:
Wat verandert er als ik deze keuze maak?
Wat blijft hetzelfde?
Kan ik de keuze later nog aanpassen?
Een concrete verkenning maakt de uitkomst minder vaag en dus minder spannend.
Werk aan zelfvertrouwen en veerkracht
Kiezen vraagt vertrouwen in jezelf, in je oordeel, in je vermogen om met tegenslagen om te gaan. Dat vertrouwen groeit niet vanzelf, maar stap voor stap. In coaching is het vaak waardevol om te oefenen met kleine, veilige keuzes, zodat iemand positieve ervaringen opdoet met zelf beslissen. Elke keuze, goed of fout, levert informatie op. Van fouten leer je. Van spijt groei je. Het belangrijkste is niet de perfecte keuze, maar de vaardigheid om met keuzes om te gaan.
Voor ouders, partners en begeleiders
Keuzestress wordt vaak onderschat door de omgeving. Een veelgehoorde reactie is: “Kies gewoon iets!” Maar die goedbedoelde druk werkt averechts.
Wat wél helpt:
Erken dat kiezen moeilijk is. (“Ik snap dat dit veel van je vraagt.”)
Maak keuzes voorspelbaar en concreet.
Geef ruimte zonder te pushen.
Help structureren, maar neem de keuze niet over.
Het doel is niet om iemand “sneller” te laten kiezen, maar om veiligheid en overzicht te bieden zodat kiezen mogelijk wordt.
Tot slot: kiezen als oefening in autonomie
Keuzestress bij mensen met autisme is geen teken van zwakte of onwil. Het laat juist zien hoeveel aandacht, zorg en verantwoordelijkheid iemand in zijn beslissingen legt. Elke keuze is een zoektocht naar grip, duidelijkheid en eigen regie. Met begripvolle begeleiding, voorspelbare stappen en geduld kan kiezen veranderen van iets bedreigends in iets bevrijdend. Een manier om te oefenen in autonomie, zelfvertrouwen en persoonlijke groei.




Opmerkingen